De slinger of slangentrieur.

Veel mensen, die het museum bezoeken, zullen hem wel eens hebben zien staan. De blauwe wokkel, ook wel slinger of slangentrieur genoemd, boven in het museum. Een stukje simpel ogend vernuft voor het scheiden van ronde en hoekige zaden. Vooral omdat er aan het voorwerp zelf, in de meeste gevallen, geen enkel draaiend onderdeel zit, wordt er ook wat makkelijk over gesproken, want dit object lijkt zo simpel. 

Heel vaak wordt er geroepen dat het apparaat werkt op basis van middelpunt-vliedende-krachten. Vergeet die term dit is een zogenaamde schijnkracht en een te simpele gedachte. Dit hoogstaand stuk natuurkundige engineering is namelijk van een klasse die alle andere schonings-machines overstijgt.

Historie
Het is 1907 als Edward Tompson als eerste op het idee komt deze techniek te gebruiken. Hij doet dit met een hand aangedreven draaiende schalen machine bestaande uit meerdere lagen. Het is echter Frank Pardee die vanaf 1924 tot aan 1937 de slinger/slangentrieur echt door ontwikkelt tot het simpel ogende ontwerp wat het nu is. Hij doet dit op basis van stapels aan berekeningen. Theoretische Natuurkunde, zoals dat nu heet. (Het vak wat Sheldon Cooper uitoefent in de bekende tv serie ‘the big bang theorie’). Frank begint eerst met het maken van een wokkel bestaande uit losse plaatjes, maar gaat daarna al snel over naar een gewalste plaat uit één stuk vast gespijkerd aan een houten midden paal.
Patent na patent volgt en al snel beseft hij zich dat niet elk rond zaad op eenzelfde manier naar beneden rolt, ronde en minder ronde delen bewegen namelijk allemaal op hun eigen manier. Centrifugaal kracht (rond naar buiten) en Centripetaal kracht (hoekige minder ronde delen naar binnen). 
Het is een prachtig stukje natuurkunde want samen met de aantrekkingskracht van de aarde, een wisselwerking tussen die drie, wordt het zaad gescheiden. Dertien jaar lang zoekt hij voor verschillende soorten zaad naar de ideale lengte van de wokkel, het juiste aantal omwentelingen, de perfecte radius, maar ook de juiste helingshoek. 

Huidige generatie apparaten en machines
Tegenwoordig zijn we er echter niet op vooruit gegaan en ligt de focus duidelijk ergens anders dan bij het zaad. Zo wordt er blijkbaar niets meer gedaan met de berekeningen van Pardee. Uitwisselbaarheid is het toverwoord geworden. Het liefst gaan we voor één ombouw voor verschillende uitwisselbare trieurs met dezelfde lengte en hellingshoek waarbij de zaden je meteen al om de oren vliegen. Meedraaiend om de baan van het zaad te versnellen of tegen draaiend om deze juist in te korten. Wel met zes keer zoveel capaciteit doordat de wokkels nu dichter op elkaar kunnen worden gezet.

Vooruitgang is hoe sommige dat noemen. Jammer dat hierbij niet meer naar het uitgangspunt wordt gekeken, het zo goed mogelijk schonen van het zaad en dat we worden overspoeld met niet onderbouwde theorie die volledige onzin blijkt te zijn. Waar Pardee zocht naar de ideale weerstand om zaden te schonen, is dat nu de weg van andere weerstand geworden, die van de minste en de goedkoopste. Oplossingen die tegenwoordig niet altijd de volledige lading nog lijken te dekken. Eén gelukje dus, dat we dit verfijnde stukje natuurkundige precisie in volle glorie nog wel in ons mooie museum hebben.
Ramon Papa

Meer weten, vraag het nieuwe gratis boek: “De kunst van goede zaad-schoning” aan.
Stuur een mail aan  thehistoryofseedcleaning@gmail.com en geef aan welk exemplaar of boek je graag gratis wil ontvangen en of het in het Engels of Nederlands moet zijn.

Beschikbare titels; “De historie van de zaadschoning” en  “De kunst van een goede zaad-schoning”.

Translate »