Object van de maand 2022

De  Collectie Commissie kiest iedere maand een voorwerp en geeft daar een korte toelichting op.
Als u een vraag heeft of suggesties voor toevoeging aarzel dan niet om ons te mailen: collectie@saetencruyt.nl

December 2022: object 8061

Relatiegeschenken van bedrijven komen in alle vormen en maten. Ons museum heeft heel veel van deze voorwerpen in de collectie. Lydia Zijlstra en ik gingen tijdens de open dagen bij de zaadbedrijven langs om de showvelden te bekijken en informatiebrochures, catalogi en relatiegeschenken te verzamelen. Collega’s brengen ze ook vaak in. Een van de geschenkjes is een potloodhouder in de vorm van een ui, uitgedeeld door Sluis en Groot (S & G, nu Syngenta) In menig huishouden zal een groter exemplaar aanwezig (geweest) zijn voor het bewaren van uien. Zowel dit potje als de grote zijn van aardewerk, soms geglazuurd. Zo’n uienpot was een tijdje in de mode en  werd in de keuken neergezet. Op de beeldbank Collectie kunt u het potje bekijken onder nr #8061. 
Carla Moonen

November 2022: objecten 8071, 8072, 8073, 8074 en 8267

Maria Sybilla Merian, 1647 – 1717
Misschien hebt u haar naam wel eens gehoord en tekeningen van haar gezien. Ze was een opmerkelijke vrouw, die ondanks veel moeite in 1699 en 1700 in Suriname rondreisde.

Ze maakte aquarellen en tekeningen van insekten,  vooral van vlinders, rupsen en hun waardplanten.

Dit boek is haar meest bekende werk, maar ze maakte veel meer werk. Tsaar Peter de Grote kocht zelf 40  aquarellen van haar.
Merian was geboren in Frankfurt am Main,  woonde in Amsterdam en Friesland. Haar 2 dochters volgden haar voetsporen.
Sow to Grow heeft een aantal reproducties van haar werken in de collectie. De zeer nauwkeurige details van de planten en insekten zijn ook een gevolg van haar studie naar de ontwikkeling van de insekten, die ze zelf kweekte. Met die kweek begon ze al als meisje.
Als u op de beeldbank “ Objecten “  Merian intikt, kunt  u vijf  reproducties bekijken.
Carla Moonen

Meer informatie: Wikipedia
www.sibyllamerian.com

Oktober 2022: object 50306

Rode kool, Langedijker Herfstrode
Langedijker type,  genoemd naar de plaats Langedijk in Noord-Holland, waar van ouds veel kool wordt geteeld.
Dit gipsmodel is onderdeel van een bijzondere collectie gipsmodellen en aquarellen van Museum Sow to Grow, die tussen 1946 en 1960 zijn gemaakt door medewerkers van het Instituut voor Veredeling van Tuinbouwgewassen (IVT) te Wageningen. 

De gipsmodellen werden  gebruikt om de kweekresultaten en ras-eigenschappen vast te leggen in een permanente en hanteerbare vorm en te vergelijken met nieuwe rassen. Ook werden ze gebruikt bij de opleiding van keurmeesters, veredelaars en plantkundigen.
In de Rassenlijsten van Groentegewassen, uitgegeven door het IVT, staan uitvoerige beschrijvingen van vroege , herfst- en bewaar rode kool. In 1960 wordt iets vermeld over de omvang van de teelt:

Van dit gewas wordt in sommige jaren meer dan 1500 ha geteeld, waarvan dan 70 procent in Noord-Holland.
Het grootste areaal wordt ingenomen door Bewaarrode. De oppervlakte Vroege Rode is sedert 1945 sterk achteruitgelopen en varieert de laatste jaren van 200 tot 300 ha. De oppervlakte met Herfstrode is nog weer kleiner en varieert van 100 tot 200 ha.

Over de Herfstrode wordt in 1957 vermeld:
Rode kool  (Brassica oleracea L. var. rubra DC.)
Rassenlijst 1957:  https://edepot.wur.nl/473619
Verslag van praktijkproeven 1950-1951:  https://edepot.wur.nl/318101

Het ras Langedijker Herfstrode wordt niet meer genoemd in zaadcatalogi. Nog wel verkrijgbaar is een bewaartype, meestal aangeduid als “Langedijker rode kool bewaar 2” en verder nieuwe F1 hybride rassen.

September 2022: object 11774
Werknemers van Gebrs. Sluis poseren met wagen, volgeladen met zakken zaad.

Deze keer een plaatje  uit de omvangrijke fotocollectie van ons museum, vermoedelijk gemaakt omstreeks 1920 door de Enkhuizer fotograaf Dekema.

Er waren nog maar weinig vrachtauto’s, dus ging het vervoer van zakken zaad  over korte afstand nog vaak per paardenwagen. Dat bleef in gebruik tot het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Daarna verdrong de vrachtauto de paardentractie.
Hier zien we een paardenwagen met zaad van Gebroeders Sluis, Zaadteelt en Zaadhandel in Enkhuizen. Waarschijnlijk zijn ze onderweg om zakken af te leveren op het station in Enkhuizen voor verder transport. 
Sinds 1886 beschikte Enkhuizen over een spoorverbinding met Amsterdam en daarmee de mogelijkheid om zaad te verzenden naar vele landen. Op het emplacement was een goederenloods (Inmiddels Rijksmonument, nog aanwezig als kantoorgebouw), waar de zakken werden overgeladen in spoorwagons. Tot in de zestiger jaren van de vorige eeuw werd hiervan gebruik gemaakt.

Via de site van Oud Enkhuizen zijn namen bekend van degenen die op de foto staan.

Bij het paard Douwe Jorritsma. Zittend op de zakken met zaad Reindert Koppendraaier en Jan Bakker. Staand van links naar rechts Fok de Boer, Hein Over de Linden en Sijp Smit.

Namens de Collectie Commissie, Nanne Groot

Augustus 2022: object 5889 en object 5890

In februari heb ik iets verteld over het model van een maiskorrel en de maker. De collectie bevat ook modellen van andere beroeps-en amateurknutselaars met liefde voor hun vak.
Als u in de Objecten collectie beeldbank “model” in de zoekbalk intikt, krijgt u 31 plaatjes te zien. Hiervan zijn 5889 en 5990  o.a. een wanmolen en een clipper van Klaas Ruiter.
Klaas werkte als gewasverzorger bij Royal Sluis en als klussenman voor Saet & Cruyt in Andijk. Sommige makers van modellen zijn niet bij ons bekend, maar misschien weet u als bezoeker van de beeldbanken dat wel. Als u de maker kent, geef ons dan a.u.b. bericht.
Komt u zelf (weer) eens kijken, de collectie groeit nog steeds en de Weimann boeken uit de 18de eeuw  kunnen nu digitaal bekeken worden.
Wij denken graag mee om van uw bezoek aan Enkhuizen een mooie dag te maken
U bent van harte welkom.
Namens de Collectie Commissie, Carla Moonen

Juli 2022: object 50058

Gipsmodel rode biet Detroit Dark Red Ferry’s strain

Dit gipsmodel is onderdeel van een bijzondere collectie gipsmodellen en aquarellen van Museum Sow to Grow, die tussen 1946 en 1960 zijn gemaakt door medewerkers van het Instituut voor Veredeling van Tuinbouwgewassen (IVT) te Wageningen. De gipsmodellen werden gebruikt om de kweekresultaten en ras-eigenschappen vast te leggen in een permanente en hanteerbare vorm en te vergelijken met nieuwe rassen.

Ook werden ze gebruikt bij de opleiding van keurmeesters, veredelaars en plantkundigen.

Zie ook het object van de maand mei 2022.

Detroit dark red is een vrijwel ronde, bloedrode biet, geïntroduceerd in 1892 door D.M. Ferry Seed Company in Detroit (Michigan). Hij kreeg de naam “Detroit” omdat de beste rode bieten indertijd uit de omgeving van Detroit kwamen. Het is nu één van de populairste rassen in Amerika, waarschijnlijk omdat deze biet wat minder gronderig smaakt dan andere rassen. Naast de mooie ronde vorm en de prachtige kleur is de smaak zacht en zoet, volgens kenners een echte aanrader.

Lovende woorden zijn te vinden op internet:
If Jack Kerouac was the “King of the Beats”, then Detroit Dark Red is surely the “King of the Beets”. This very popular and versatile beet is rich in color and texture. Plant Detroit Dark Red Beet seeds and double your pleasure by enjoying both the roots and the greens.

Op de Garden in Enkhuizen zal deze biet ook te bewonderen zijn, naast andere soorten.
Namens de Collectie Commissie, Nanne Groot

Juni 2022: object 10642

Zomer: bloei en insekten. De belangrijkste medewerkers voor de zaadteelt, groenten- en fruitteelt zijn de bestuivers. Insekten en menselijke bestuivers. Zonder de vrijlevende gratis bijen , hommels en vliegen in de open lucht geen zaad of vruchten. Bij veredelingsbedrijven en in kasteelten heeft men ook behoefte aan die bestuivers.

Kruisingswerk of zelfbevruchtingen doet men met de hand, maar voor grotere zaadteelten onder glas is men op insekten aangewezen. Die insekten moeten beschikbaar zijn zodra ze nodig zijn. Zelfstandige imkers verhuren hun volken, maar grote(re) zaadbedrijven hadden vaak een eigen imker en bijenvolken. Ik heb in de dierenwinkel vaak vliegenpoppen gekocht om hieruit vliegen te kweken voor bestuiving. Later ging de imker ook vliegen telen. Een stinkend karwei! Nu kun je per post in diverse speciaal aangepaste dozen verschillende hoeveelheden insekten bestellen. Die dozen moeten een goede ventilatie hebben om niet te heet te worden. Vooral bijen geven zelf veel warmte af. Ook insekten zijn handelswaar geworden. In de beeldbank kunt u een diverse foto’s  van een bijenstal vinden.
Door allerlei oorzaken gaat de bijenstand in het wild sterk achteruit. Ook bij Hoogheemraadschap en gemeenten is de roep om meer van deze nuttige insekten doorgedrongen en probeert men door middel van bloeiende mengsels in o.a. bermen de populaties voedsel te bieden. Helaas komen daardoor ook veel klachten binnen van boze  verkeersdeelnemers over “verwaarloosd onderhoud en zichtbeperkende planten”. De enige oplossing hiervoor is m.i.:  wel bloei, maar daarna meteen maaien en volgend jaar weer zaaien.
Namens de Collectie Commissie, Carla Moonen.

Mei 2022: object 0009

Deze aquarel is onderdeel van een bijzondere collectie gipsmodellen en aquarellen van Museum Sow to Grow, die tussen 1946 en 1960 zijn gemaakt door medewerkers van het Instituut voor Veredeling van Tuinbouwgewassen (IVT) te Wageningen. De gipsmodellen en aquarellen werden gebruikt om de kweekresultaten en ras-eigenschappen vast te leggen in een permanente en hanteerbare vorm en te vergelijken met nieuwe rassen. Ook werden ze gebruikt bij de opleiding van keurmeesters, veredelaars en plantkundigen. De aquarellen werden vooral gemaakt van bladgroenten, die niet in gips waren te gieten. Binnen het IVT bestond de afdeling Grafische Documentatie. Chef van de afdeling was J. (Hans) Baër en de medewerkers waren G.W.(George) Beeger. K.J. (Karel ook wel Kako) Berkhemer en M.P. (Marinus) van der Schelde. Hans Baer en Marinus van der Schelde maakten de aquarellen en signeerden ze veelal ook.
De hier getoonde aquarel is gemaakt door Marinus van der Schelde, die later ook fraaie aquarellen heeft gemaakt van insekten in opdracht van Prof. De Wilde. In 2002 was in Wageningen een expositie van zijn werk.Het ras “Wonder der 4 jaargetijden” is nog steeds in de handel. Het is een zeer betrouwbaar ras voor voorjaar, zomer en herfst. Zijn naam geeft al aan waar deze sla vooral om geteeld wordt. Deze kropsla of ook wel botersla heeft fijne, malse balderen. De kroppen krijgen een flink formaat en zijn stevig en vast van structuur. Het is een zwartzadig ras waarbij de harten van de sla goudgeel zijn. De bladeren kleuren roodachtig bij en deze soort bladeren zijn dan ook vaak boterzacht van smaak.  Aquarellen beeldbank

April 2022: object 10552

Foto 10552 is een nostalgische foto van het uitplanten van jonge planten op de “bouw”. De mannen moesten op de knieën, met alle onaangename gevolgen voor de gezondheid. Zij droegen wel zware broeken van dik katoen, zgn. kruipbroeken, maar ook die werden vochtig. Versleten knieën en heupen, en kromme handen van de “rimmetiek” . (Westfries voor rheumatiek).  Toen de plantmachines in gebruik kwamen, leek dat  beter. Op 1rijïge of meerrijïge plantmachines zit je weliswaar, maar een hele dag hobbelen over een vrij ongelijke grond op een hard plastic stoeltje in steeds dezelfde houding is ook geen pretje.  Werk in de tuinbouw is en blijft een zwaar beroep, maar een bedankje waard voor ons voedsel.
Namens de Collectie Commissie, Carla Moonen

Zie ook de foto’s nr 11266 en 10884 in de fotobeeldbank van Nationaal Museum Saet & Cruyt .

Maart 2022:  object 11471

Op deze foto’s ziet u hoe het overplanten van jonge zaailingen vanaf de zaaikist toeging.

De oudste manier was uitstrooien op een ondiepe bak met fijne grond. Op de foto zit iemand Begonia’s te verspenen. Zodra de jonge kiemplanten het eerste echte blaadje liet zien, waren de plantjes sterk genoeg om ze  te verplanten in een andere kist of op geperste grond (perspotten) in ruimer verband. Dit heet verspenen. Dit verspenen kostte veel tijd en gaf bij slordige behandeling veel schade aan de worteltjes en dus aan de doorgroei.

 

Object 10052
Begin 70er jaren in de 20ste eeuw kwamen de zaaitrays in gebruik. De zaden werden  elk in  een eigen hokje gezaaid. Hierdoor kon elke plant een goed doorworteld kluitje maken. Er hoorde een plaat met opstaande pennen bij die van onderen de plantjes uit de trays drukte. Op foto 10052 kunt u dat zien. Het inhullen van zaden gaf een verdere impuls aan het zaaien op trays en in de 90er jaren aan machinaal zaaien en machinaal verspenen.

Namens de Collectie Commissie, Carla Moonen

Meer objecten zien?
Ga naar www.zaadenkruid.nl

Februari 2022:  object 5008, model van een maiskorrel

Dit model ligt in een vitrine in een van de bovenzalen van het museum. Het model is uitneembaar om een idee te geven hoe de korrel er inwendig uitziet. Het is een van de modellen die Ton Schotten gemaakt heeft. Ton Schotten was leraar techniek en maakte veel houten kunstvoorwerpen. Een van die voorwerpen – op een tentoonstelling van zijn werk – was een ingewikkelde trapconstructie. De maiskorrel is niet het enige model in de Saet & Cruyt collectie.  Als u op de beeldbank zijn naam intikt ziet u de andere 16 voorwerpen van zijn hand. Behalve met zijn modellen was hij ook actief in de redactie van het jaarlijkse Bulletin, het blad dat eenmaal per jaar het reilen en zeilen van het museum Saet & Cruyt versloeg, maar ook andere artikelen over het vak publiceerde. Een volgende keer vertel ik iets over andere vrijwilligers en hun modellen.
Namens de Collectie Commissie, Carla Moonen

Translate »